Twee orthodoxe parochies erkend in Vlaanderen
Op woensdag 7 juni erkende Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers officieel zes nieuwe lokale geloofsgemeenschappen. Het gaat om twee protestantse kerken, twee orthodoxe kerken en twee moskeeën.
Deze erkenningen komen na een jarenlange vergunningsstop. Het toenmalige decreet bevatte niet genoeg controlemechanismen waardoor religie soms werd misbruikt en geïnstrumentaliseerd om mensen tegen elkaar op te zetten, wat bij de Vlaamse overheid -terecht- onzekerheid schiep.
Het is ondertussen zeven jaar geleden dat een lokale geloofsgemeenschap nog werd erkend, 10 jaar geleden voor de laatst erkende islamitische geloofsgemeenschap. Deze erkenningsstop bleek echter onhoudbaar: ze negeerde het pluralisme en de diversiteit in de Vlaamse realiteit.
De Vlaamse regering werkte de laatste jaren met Professor Torfs aan een kader waarbinnen het vertrouwen tussen overheid en burgers kan worden hersteld, met het oog op een duurzame relatie, die Vlaanderen verder positief zal uitbouwen. Lokale geloofsgemeenschappen die erkend willen worden zullen voortaan hun erkenningsprocedure vier jaar lang moeten voorbereiden en met de overheid in dialoog gaan, via de informatie- en screeningsdienst (ISD). Omdat sommige dossiers echter al langer wachtten besliste minister Somers om voor zo’n 100 dossiers een versnelde procedure aan te gaan. Van de 100 dossiers werden 89 officieel ingediend en 77 daarvan werden ontvankelijk beschouwd. Het zou gaan om 9 protestantse, 9 orthodoxe kerken en 59 moskeeën. Deze zes erkende geloofsgemeenschappen zijn de eerste van een reeks die hopelijk gaan worden goedgekeurd.
De zes geloofsgemeenschappen die een erkenning gekregen zijn de volgende:
1. Evangelische kerk Bilzen in Bilzen
2. Evangelische kerk Pottenbakker in Kortrijk
3. Moskee Tauhid in Pelt
4. Moskee El Mouslimine in Antwerpen
5. Orthodoxe kerk Heiligen Georgios en Alena in Dilbeek
6. Orthodoxe kerk Heilige Georgios in Turnhout
Minister Somers beweerde tenslotte dat religie een positieve kracht en een meerwaarde kan zijn voor onze samenleving en bestempelde deze eerste erkenningen als een uitgestoken hand van de overheid die een vertrouwensrelatie aangaat met haar burgers op basis van het Europees verdrag voor de rechten van de mens. Aan de ene kant de overheid die discriminatie verbiedt en de vrijheid van gedachte verdedigt, en aan de andere kant de geloofsgemeenschappen die zich inpassen in de Vlaamse samenleving en de grondregels van deze samenleving erkennen.