Spring naar de inhoud
Benelux logo
Greek logo

Actualiteit

Catechetische homilie bij de opening van de Heilige en Grote Vasten

Protocol nr. 145

Catechetische homilie bij de opening van de Heilige en Grote Vasten

† BARTHOLOMEOS

Door de genade van God

Aartsbisschop van Constantinopel – Nieuw Rome

en Oecumenisch Patriarch

Moge de genade en vrede van onze Heer en Redder Jezus Christus,

evenals ons gebed, zegening en absolutie

met het hele pleroma van de kerk zijn

* * *

Eerwaarde broeders hiërarchen en gezegende kinderen in de Heer,

Door de welwillendheid en genade van de weldoende God gaan we opnieuw de Heilige en Grote Vastentijd in, die gezegende periode van vasten en inkeer, van geestelijke waakzaamheid en van samen met de Heer gewillig zijn lijdensweg gaan, zodat we Zijn Lichtende Verrijzenis kunnen aanbidden en daarin waardig bevonden worden voor onze eigen “overgang” van de aarde naar “ wat geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen.” (I Kor. 2, 9).

In de oude Kerk was de Heilige en Grote Veertigdagentijd een tijd om catechumenen voor te bereiden op de doop die gevierd werd tijdens de Goddelijke Liturgie van Pasen. Deze verwijzing naar het doopsel is ook bewaard gebleven in het begrip en de praktijk van de Grote Vastentijd als een tijd van berouw bij uitstek, beschreven als een “herinnering aan het doopsel”, een “tweede doopsel”, een “pact met God voor een nieuw leven”, met andere woorden een herleving van de gaven van het doopsel en een toewijding aan God om een nieuwe weg in het leven in te slaan. De diensten en de hymnologie van deze periode verbinden deze geestelijke strijd van de gelovigen met de verwachting van het Pascha van de Heer, waardoor het viervoudig vasten een anticipatie wordt op de vreugde van Pasen.

De Heilige en Grote Vastentijd is een gelegenheid om ons bewust te worden van de diepte en rijkdom van ons geloof als een “persoonlijke ontmoeting met Christus”. Terecht wordt benadrukt dat het christendom fundamenteel persoonlijk is, zonder individualistisch te zijn. De gelovigen ontmoeten, herkennen en beminnen de enige echte Christus die, volgens Nicolas Cabasilas, “de ware en volmaakte mens heeft geopenbaard”. Hij roept iedereen op tot verlossing, ieder persoonlijk, zodat ieders antwoord, hoewel geworteld in het gemeenschappelijke geloof, uniek is.

We herinneren ons de prachtige woorden van Paulus: “Ikzelf leef niet meer, Christus leeft in mij. Mijn sterfelijk leven is een leven in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zichzelf heeft overgeleverd voor mij (Gal 2:20). Hier staan het “in mij”, het “mij” en het “voor mij” niet tegenover het “in ons”, het “ons” en het “voor ons” van gemeenschappelijke verlossing. Diep dankbaar voor de hemelse weldaden van zijn wedergeboorte in Christus “eigent de apostel van de vrijheid zich het gemeenschappelijke toe”, alsof het eeuwige Woord van God “voor hem persoonlijk” vleesgeworden, gekruisigd en opgestaan is.

De geloofservaring is tegelijkertijd “uniek” en “diep persoonlijk”, als de vrijheid die Christus biedt, die “wezenlijk kerkelijk” is, een ervaring van “gemeenschappelijke vrijheid”. Deze ware vrijheid in Christus wordt uitgedrukt door liefde en concrete steun voor onze naasten, zoals beschreven in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan (Lucas 10,30-37) en de passage over het Laatste Oordeel (Mt 25,31-46), maar ook door respect en zorg voor de schepping en het gebruik ervan in de eucharistie. Vrijheid in Christus heeft een persoonlijk en holistisch karakter, dat vooral in de Heilige en Grote Veertigdagentijd naar voren komt door de manier waarop we ascese en vasten begrijpen. Als existentiële authenticiteit en volheid, kent christelijke vrijheid geen norse ascese of een leven zonder genade en vreugde, “alsof Christus nooit gekomen was”. Op dezelfde manier is vasten niet “onthouding van voedsel”, maar “ontsnappen aan de zonde” (H. Johannes Chrysostomos, Homilieën over beelden, aan de mensen van Antiochië, III), een strijd tegen egoïsme, een liefdevol loskomen van onszelf ten voordele van onze broeders en zusters in nood, een “vurigheid van hart voor de hele schepping”. Holistische spiritualiteit wordt gevoed door de ervaring van de Grote Vastentijd als een reis naar Pasen en een anticipatie op de “glorierijke vrijheid van Gods kinderen.” (Rom 8,21).

Onze Verlosser Jezus Christus biddend om ons waardig te achten deze heilige periode door te komen in ascese, berouw, vergeving, gebed en goddelijke vrijheid, sluiten we af met de woorden van onze geestelijke vader, wijlen Metropoliet Meliton van Chalcedon, tijdens de Goddelijke Liturgie van Zuivelzondag in 1970 in de Metropolitaanse Cathedraal van Athene: “We gaan de Heilige Vastentijd in, en aan het einde van deze reis wacht ons het visioen, het wonder en de ervaring van de Verrijzenis, de ervaring bij uitstek van de Orthodoxe Kerk. Laten we daarom naar dit visioen en deze ervaring toegaan, niet door onverzettelijk te zijn, niet zonder vergeving te hebben geschonken, niet door ons eenvoudigweg te onthouden van vlees en olie, niet in hypocrisie, maar in goddelijke vrijheid, in geest en in waarheid, in de Geest van de waarheid, in de waarheid van de Geest.”

.

Heilige en Grote Vasten 2025

† Bartholomeos van Constantinopel

vurig voorspreker voor God van u allen.