PATRIARCHALE BOODSCHAP
VOOR HEILIG PASEN
Protocol Nr. 251
† BARTHOLOMAIOS
DOOR DE GENADE VAN GOD
AARTSBISSCHOP VAN CONSTANTINOPEL, NIEUW ROME
EN OECUMENISCH PATRIARCH
MOGE DE GENADE, VREDE EN BARMHARTIGHEID VAN DE
GLORIEUS VERREZEN CHRISTUS
MET DE GEHELE KERK ZIJN
* * *
Eerwaarde broeders hiërarchen, geliefde kinderen in de Heer,
Door de genade en kracht van God, hebben wij in gebed en vasten de zee van de heilige en grote Vasten overgestoken en het stralende Pascha bereikt, en nu verheerlijken wij de Heer, Hij die afdaalde naar de diepten van Hades en die, door Zijn Verrijzenis uit de dood, iedereen de toegang tot het Paradijs heeft gegeven.
De opstanding is niet de herinnering aan een gebeurtenis uit het verleden, maar een “heilzame transformatie” van ons bestaan, een “nieuwe geboorte, een andere manier van leven, een andere manier van bestaan, een fundamentele verandering in onze eigen natuur”. In de verrezen Christus wordt de hele schepping vernieuwd met de mensheid. Als we de 3e lofzang van de paascanon zingen: “Nu is alles vol licht, hemel en aarde en hel; laat elk schepsel de Verrijzenis van Christus vieren; in Hem put het zijn kracht”, verkondigen we dat het hele universum is ontstaan en gevuld met licht dat nooit verbleekt. Niet alleen voor de geschiedenis van het menselijk ras, maar voor de hele schepping is er een “voor Christus” en een “na Christus”.
De opstanding van de Heer uit de dood vormt het hart van het evangelie, het constante referentiepunt voor alle teksten van het Nieuwe Testament, maar ook voor het liturgische leven en geloof van de orthodoxen. In feite wordt de hele theologie van de Kerk samengevat in “Christus is opgestaan”. Het ervaren van de afschaffing van de macht van de dood is een bron van onuitsprekelijke vreugde, “bevrijd van de banden van deze wereld”. “Alles is vervuld van vreugde, nu het de ervaring van de opstanding heeft ontvangen”. De opstanding is een explosie van grote vreugde, die al het kerkelijke leven, de ethos en pastorale werking doordringt, als een voorproefje van de volheid van leven, kennis en vreugde van het eeuwige Koninkrijk van de Vader, en van de Zoon en van de Heilige Geest. Orthodox geloof en pessimisme zijn onverenigbare realiteiten.
Voor de mens is Pasen een feest van vrijheid en overwinning op de krachten van vervreemding, een kerkelijk maken van ons bestaan, een uitnodiging om mee te werken aan de transfiguratie van de wereld. De geschiedenis van de Kerk wordt “een groot Pasen”, een mars naar “de vrijheid van de heerlijkheid van Gods kinderen”. De ervaring van de opstanding openbaart de centrale en eschatologische dimensie van de vrijheid in Christus. De bijbelse verslagen over de opstanding van de Verlosser benadrukken de kracht van de vrijheid van de gelovigen, waarin zich enkel het “grote wonder” openbaart, ontoegankelijk voor elke vorm van dwang: “Want het mysterie van de verlossing is voorbehouden aan hen die het uit vrije wil willen, niet aan hen die ertoe gedwongen worden”. De aanvaarding van de goddelijke gave als een “doorgang” voor de gelovige naar Christus is het vrije existentiële antwoord op de liefdevolle en reddende doorgang van de Verrezen Heer naar de mens: “Zonder mij kun je niets”.
Het mysterie van de opstanding van de Heer blijft vandaag de positivistische zekerheden van de Godloochenaars, de “ontkenners van de menselijke vrijheid”, de aanhangers van de “illusie van zelfontplooiing zonder God” en de bewonderaars van de moderne “God-mens” door elkaar schudden. De toekomst behoort niet toe aan fataliteit, krimp en opsluiting in een wereld zonder openheid naar het transcendente. Er is geen ware vrijheid zonder de opstanding, zonder het vooruitzicht van de eeuwigheid.
Voor de heilige Grote Kerk van Christus is de gezamenlijke viering van Pasen door de hele christenheid dit jaar een bron van paasvreugde, tegelijk met de 1700ste verjaardag van het Eerste Oecumenische Concilie van Nicea, dat de ketterij van Arius veroordeelde, “die een van de personen van de Drie-eenheid, de Zoon en het Woord van God, kleineerde”, en de methode vastlegde voor het bepalen van de datum van het feest van de Verrijzenis van de Verlosser.
Het Concilie van Nicea luidde een nieuwe periode in de conciliaire geschiedenis van de Kerk in: de overgang van het lokale naar het universele niveau van de concilies. Zoals bekend introduceerde het Eerste Oecumenische Concilie de niet-bijbelse term “consubstantieel” (ὁμούσιος) in het Credo, met een duidelijke soteriologische betekenis, die het essentiële element van de dogma’s van de Kerk blijft. In die zin zijn de vieringen van de grote verjaardag geen terugkeer naar het verleden, want “de geest van Nicea” blijft intact in het leven van de Kerk, waarvan de eenheid afhangt van het juiste begrip en de ontwikkeling van haar conciliaire identiteit. Praten over het Eerste Concilie van Nicea herinnert ons aan de gemeenschappelijke christelijke archetypen en het belang van het bestrijden van vervormingen van ons onbevlekte geloof, en nodigt ons uit om ons te wenden tot de diepte en de essentie van de traditie van de Kerk. De gezamenlijke viering dit jaar van het “Allerheiligste Paasfeest” onderstreept de actualiteit van het onderwerp, waarvan de resolutie niet alleen uitdrukking geeft aan het respect van het christendom voor de dogmatische definities van het Concilie van Nicea, maar ook aan het besef dat “over een zo heilig onderwerp geen meningsverschil mag bestaan”.
Laten we met dergelijke gevoelens, vervuld van het licht en de vreugde van de Verrijzenis, en het universeel vreugdevolle “Christus is opgestaan!” verkondigend, de aangeroepen en heilige dag van Pasen eren door de oprechte belijdenis van ons geloof in Hem die, door Zijn dood, de dood vertrapte en leven gaf aan de mensheid en aan de hele schepping, onze Verlosser, door trouw aan de heilige tradities van de Grote Kerk, en door oprechte liefde jegens onze naaste, zodat de bovenhemelse naam van de Heer in ons allen mag worden verheerlijkt.
Phanar, Heilig Pasen 2025
† Bartholomaios van Constantinopel
uw vurige voorspreker in de verrezen Christus