Spring naar de inhoud
Benelux logo
Greek logo

Actualiteit

OVERWEGINGEN OVER DE GERUCHTEN OVER ONTMOETING TUSSEN PAUS VAN ROME EN PATRIARCH VAN MOSKOU

Door de Groot-Aartspriester Georgios Tsétsis

Constantinopel – In een tijd waarin het christendom overal aangevallen wordt en niet alleen in het Midden Oosten, maar op talrijke plaatsen in de wereld genadeloos wordt vervolgd, zijn ontmoetingen zoals die tussen paus Franciscus en Patriarch Kirill steeds welkom. Dat broederlijk onderhoud van ongeveer twee uur tussen de twee kerkhoofden op de luchthaven van [Havana op] Cuba was inderdaad een belangrijke en hoopgevende ontmoeting. Oecumenisch Patriarch Bartholomeos haastte zich om ze hartelijk toe te juichen, ze alle succes toe te wensen, en tegelijkertijd zijn vreugde uit te drukken omdat de dialoog die in 1964 werd aangevat door wijlen Patriarch Athenagoras en paus Paulus VI “haar vruchten blijft afwerpen” (vgl. AMEN.gr, 12.02.2016).

Vooraleer echter een kort verslag te geven van wat tijdens die twee uren besproken werd, moet het volgende worden opgeklaard. Die ontmoeting tussen de paus van Rome en de Patriarch van Moskou was niet “de eerste in de geschiedenis” na het Groot Schisma van 1054, zoals de Griekse en buitenlandse massamedia het – door de geschiedenis te verdraaien – hebben voorgesteld, en, alsof dat niet genoeg was, ook is opgenomen in de inleidende paragraaf van de Gemeenschappelijke Verklaring. De ontmoeting op Cuba was geen “primeur”! Ten tijde van het Schisma, begin 11e eeuw, bestond het “Patriarchaat van Moskou” gewoonweg niet. In die tijd was Moskou een onbeduidend bisdom van de Metropolis van Kiev, die weer afhing van de Kerk van Constantinopel. Laat ons niet vergeten dat het Patriarchaat van Moskou, vijfde in de rangorde van de Patriarchaten, slechts 427 jaar bestaat.

De eerste ontmoeting na het Schisma, van een Russisch kerkhoofd met een roomse pontifex had niet eergisteren plaats op Cuba, maar te Firenze in de 15e eeuw! Het ging om de ontmoeting tussen paus Eugenius IV met de leider van de Russische hiërarchie: Metropoliet Isidor II van Kiev, die Oecumenisch Patriarch Iosif II had begeleid op het Concilie van Ferrara-Firenze (1438-1439) – met andere woorden 151 jaar voor Oecumenisch Patriarch Jeremias II aan Metropoliet Iov van Moskou de titel en rang van Patriarch toekende – zelfs al kreeg dat zogezegd “herenigend” concilie een verschrikkelijk einde. Luidens de getuigenis van wie het gebeuren van nabij volgden, lijkt de ontmoeting in een hartelijke sfeer te zijn verlopen. Het woord “eindelijk” dat de paus sprak vooraleer “zijn broeder Kirill” te omarmen, toonde de wens van het Vaticaan om communicatielijnen te openen met de tot dusver twijfelende Kerk van Rusland. Zo verklaarde kardinaal Kurt Koch: “de zaken zullen eenvoudiger worden” na de ontmoeting van de twee mannen (vgl. website van “La Croix”, 12.02.2016 23u13).

De Gemeenschappelijke Verklaring van 30 paragrafen, ondertekend door de twee vertegenwoordigers, geeft ons een idee over de onderwerpen die tijdens de ontmoeting besproken werden. Ze beperken zich niet tot de verplichting van de orthodoxen en de rooms-katholieken om de hindernissen te overstijgen en de eenheid te herstellen die tijdens het eerste millennium werd beleefd, maar ook om de grote hedendaagse uitdagingen, zoals godsdienstvrijheid, gebrek, immigratie en vluchtelingen, eerbied en bescherming van de familie (dit is de vereniging van een man en een vrouw), het “recht op leven” en abortus, [zogenaamde nvdv] euthanasie, de verwereldlijking (secularisatie) die het christelijk Geloof marginaliseert, de zorg om het milieu, en tenslotte oorlogen en terrorisme, met een bijzondere verwijzing naar het Midden-Oosten, Noord-Afrika (§ 8-11) en Oekraïne (§ 26 en 27).

Het klopt dat de Gemeenschappelijke Verklaring niets origineels bevat. De opgenomen problemen zijn gekend, en worden sinds erg lang besproken op niet weinig interorthodoxe, interchristelijke, en interreligieuze fora. Wat daarentegen origineel en uitdagend is, is § 25, waar de Patriarch van Moskou een stap achteruit lijkt te zetten, door toe te geven op zijn eis – tot voor kort – sine qua non voor een ontmoeting met de paus dat er een oplossing moest zijn voor het fenomeen van de uniaten in Oekraïne. Door enerzijds te erkennen dat de uniatische methodiek voortaan tot het verleden behoort, maar dat anderzijds de aanhangers van de oosterse ritus die in de loop van de geschiedenis zijn verschenen “bestaansrecht hebben”, neemt de Patriarch van Moskou de interpretatie en positie van Balamand in [d.i. de Balamandse Verklaring uit 1993 nvdv]. Wat is er gebeurd? Werd heb begrip “canonieke jurisdictie” geofferd op het altaar van de huidige politieke belangen?

Moge het mij toegestaan worden om dit schrijven te besluiten met een commentaar op het gebaar van paus Franciscus die, als herinnering, aan zijn broeder Patriarch Kirill een fragment schonk van de relieken van de Heilige Kyrillos, Thessalonicenzer Verlichter van de Slaven: een zeer mooi symbolisch geschenk, wellicht om te herinneren aan de oorsprong van de Slavische orthodoxie.


(Dagblad “Apogevmatini”, Constantinopel, 15.02.2016)