30 jaar Oecumenisch Patriarch Bartholomeos Dankzegging, herinnering en wensen
Metropoliet Athenagoras van België
Exarch van Nederland en Luxemburg
Dit jaar vieren we waarlijk een grootse gebeurtenis en we zijn God dankbaar. Dankbaar om al zijn weldaden en nu in het bijzonder omdat, door Gods’ Genade, Zijne Alheiligheid de Oecumenische Patriarch Bartholomeos reeds dertig jaar aan het hoofd staat van onze Moeder-Kerk en van de Orthodoxe Kerk wereldwijd.
Met deze enkele lijnen wil ik via enkele persoonlijke herinneringen getuigenis afleggen over de merkwaardige figuur die onze Patriarch is. De bedoeling is van enkele facetten uit te lichten die hem typeren of prioritair zijn in zijn leven. Dit doe ik aan de hand van hoe ik het zelf heb ervaren in de verhouding van een vader en zijn geestelijk kind.
Het was in de zomer van 1969 dat ik hem voor het eerst mocht ontmoeten, samen met mijn ouders, zussen en broer. We waren helemaal met de wagen van België naar Constantinopel afgereisd om er de Oecumenische Patriarch Athenagoras te ontmoeten. Patriarch Athenagoras verbleef toen enkele dagen in het Theologisch Instituut van Halki, dat toen nog functioneerde. Vroeg in de morgen van de 16e augustus werd er de Goddelijke Liturgie gevierd. De diaken die diende was de jonge Bartholomeos Archontonis. Na de Liturgie hadden we het voorrecht Patriarch Athenagoras te ontmoeten en er te blijven voor het middagmaal. De jonge Diaken Bartholomeos had een actieve rol in deze ontmoeting en sindsdien onderhield mijn vader ook een regelmatige briefwisseling met de beloftevolle geestelijke. Nu nog vind ik in het persoonlijk archief van mijn vader brieven aan die van een vriendschap getuigen. Toen we enkele jaren later opnieuw een reis ondernamen naar Constantinopel, ditmaal om de zegen te ontvangen van Patriarch Dimitrios, had de ondertussen gepromoveerde Metropoliet Bartholomeos van Philadelphia ons hele verblijf aldaar geregeld. Mijn vader had hem altijd uitgenodigd voor een bezoek aan België en om er een voordracht te geven in het kader van ‘Apostolos Andreas’, een cyclus waarin vooraanstaande orthodoxe geestelijken, monniken en theologen het woord namen over het orthodox geestelijk leven. Het heeft evenwel niet mogen zijn.
Ondertussen was ik zelf ook meer begaan met een engagement in de schoot van de Kerk en zo werd ik door de betreurde Metropoliet Damaskinos van Zwitserland uitgenodigd om als observator te Chambésy de 3e Panorthodoxe Preconciliaire Conferentie bij te wonen. Ik herinner mij heel levendig een nieuwe ontmoeting met Metropoliet Bartholomeos, die deel uitmaakte van de patriarchale delegatie. Deze had een diepe indruk op mij nagelaten, vooral omwille van zijn eenvoud, zijn jovialiteit en grote openheid. Hij was op de hoogte van het feit dat ik een zwaar auto-ongeval had gehad en alle gevolgen van dien en nodigde me uit voor een nieuw bezoek aan Constantinopel. Ik ben er heen getrokken voor een verblijf van 2 weken, maar heb er uiteindelijk 8 weken verbleven. Onze dagelijkse ontmoetingen in het Patriarchaat en vele gesprekken maakten dat hij mijn geestelijke vader en beschermer werd. Omdat hij wist dat ik een roeping had, spoorde hij me aan theologie te studeren en zorgde voor een studiebeurs en een verblijf in het Patriarchaal Monasterium van Vlatadon, in Thessaloniki. Vanuit Thessaloniki ben ik Constantinopel blijven bezoeken, waar ik met Metropoliet Bartholomeos verdere gesprekken had over mijn toekomst. Het was hijzelf die me zei dat hij naar België zou komen om mij tot diaken te wijden en dat hij een mooie naam had voor mij. Ik herinner me nog levendig zijn bezoek aan Moni Vlatadon in 1988, toen hij in Thessaloniki was om een lezing te geven aan de Theologische Faculteit. Hij was komen bijzitten in mijn kamer, waar we verenigd waren met enkele medestudenten die er ook verbleven, toen hij me zei dat hij me in Brussel tot diaken zou wijden. Hij zou in het ‘Romeins’ zingen en ik zou het in het Nederlands mogen doen.
Dat geschiedde ook zo, toen hij in november van het jaar 1989 naar België was afgereisd om mij tot monnik en diaken te wijden en mij de naam ‘Athenagoras’ toevertrouwde, met de opdracht verder te werken aan ‘het ideaal van de christelijke verzoening’. Ik was de 10e wijding die hij als bisschop had toegediend. Alles was begonnen met de wijding van Dimitrios Karras, die hij de naam van zijn geestelijke vader, Metropoliet Meliton van Chalcedon, had toevertrouwd. Opmerkelijk zijn de mooie toespraken die Patriarch Bartholomeos houdt bij heilige momenten als wijdingen, waarbij hij niet alleen zaken duidt, maar de wijdeling ook een boodschap meegeeft. Dit heeft hij wellicht geërfd van zijn geestelijke vader.
Iedereen die hem toen ontmoet had was gecharmeerd van zijn aanwezigheid, de wijze waarop hij voorging in de Goddelijke Liturgie en zijn belangstelling voor elkeen met wie hij zich onderhield. Dit is zeker is wat hem typeert. Zijn eenvoud en de belangstelling die hij toonde in zijn gesprekspartner, maakten dat hij zijn naaste meteen voor zich had gewonnen. Ik herinner mij goed hoe hij me ooit zei dat hij meer dan ooit beseft dat het aanleren van talen van onschatbare waarde is, in de praktijk relevanter dan diepgaande theologische studie, want hij maakt er dagelijks gebruik van. De taal is het vehikel met hetwelke men met de medemens communiceert. Hij is God dankbaar dat hij gemakkelijk en zoveel talen heeft mogen aanleren en mag spreken.
Als kerkleider hecht hij veel belang aan een welgevormde clerus. Dit is weliswaar te verklaren door het feit dat hij zelf heeft mogen genieten van een degelijke vorming, met studies aan het befaamde Theologische Instituut van Halki, in Rome aan het Gregoriana, in Bossey en in München. Bovendien heeft hij gediend naast opmerkelijke figuren, zoals de Patriarchen Athenagoras en Dimitrios en enkele grote metropolieten, zoals Meliton van Chalcedon, Kyrillos van Chaldia, Maximos van Sardes, Maximos van Stavropolis, Chrysostomos van Efeze e.a. Ook dit was een ware leerschool. Door in verschillende landen te hebben mogen studeren en met een zeer divers publiek, heeft hij ook zijn horizonten mogen verleggen. Hij kwam in rechtstreeks contact met vooraanstaande vertegenwoordigers van de Rooms-Katholieke, de Protestantse en Anglicaanse Kerken en was van jongsaf aan vertrouwd met een dialoog. Hij had daarenboven de nodige intellectuele bagage om deze dialoog levendig te houden.
Ooit heeft hij me zelf geantwoord op de vraag wat hem gebracht heeft tot een dienstwerk in en voor de Kerk. Dit was in het kader van een documentaire die we in Constantinopel gedraaid hebben voor de uitzending ‘Orthodoxie’ voor de Belgische publieke omroep. Daarop zei hij mij: “Ik denk dat het eerst en vooral een roeping van God was in combinatie met de atmosfeer en de traditie die toen heersten in mijn geboortedorp. Deze waren zeer nauw verbonden met godsdienst. Ik was altijd goed bevriend met de priester van het dorp en ook met de bisschop van het eiland, die mijn geestelijke vader was. Dit alles droeg bij tot mijn uiteindelijke beslissing, die ik onmiddellijk na het beëindigen van mijn theologische studies op Halki heb genomen. Aanvankelijk was mijn vader wat onwillig, twijfelend, maar mijn ouders zagen al gauw dat mijn besluit vastlag. Toen God mijn ouders de grote zegen schonk om hun zoon als Oecumenisch Patriarch te zien, waren ze absoluut gelukkig en trots. Het is immers erg zeldzaam, in de geschiedenis van de Orthodoxie, dat beide ouders van een patriarch zijn troonsbestijging mogen beleven. Ik was God erg dankbaar om hen en mij dit enig geluk en die zegen te hebben gegeven” .
Het is waar dat Patriarch Bartholomeos veel waarde hecht aan kleine dingen uit het traditionele leven van een orthodoxe christen. Hij verkiest kleine, eenvoudige, maar substantiële dingen, boven grootse en oppervlakkige zaken. Ik heb dit wel vaker mogen opmerken, maar dat werd me nog meer duidelijk toen ik hem in 2012 eens mocht vervoegen bij een van zijn vele verblijven op zijn geboorte-eiland Imvros. Het was precies of de klok teruggedraaid werd wanneer hij het eiland betrad. Het is weliswaar de nostalgie naar de tijd van de huiselijkheid (zijn beide broers en schoonzussen waren er toen ook); naar het leven in een traditioneel dorp, waar de kerk in het midden staat van het dorpsleven; naar een nauwer contact met de schoonheid van Gods’ Schepping. Ook dit herinnert mij aan wat hij tijdens het interview zei, nl. “dat wij, als orthodoxe christenen, geloven dat deze prachtige wereld de vrucht is van het werk van Gods’ handen, en wij, mensen, deze hebben uitgebuit omwille van onze egoïstische houding. Wij zeggen van God te houden, maar dan moeten we ook Zijn werk beminnen”. Zijn kinderjaren op Imvros hebben hem niet alleen van de natuur leren houden, maar ook de diepe zin van de Goddelijke Liturgie doen inzien: “De schoonheid waarmee God de Schepper de hele schepping schonk, weerspiegelt zich in onze Liturgie, als een schoonheid van zichtbare en onzichtbare dingen. Wij bieden aan wat mooi is en zijn altijd bereid van onze broeders en zusters niet-orthodoxen te aanvaarden wat mooi en positief is”. In deze enkele woorden die hij ons toen toesprak zit een levensopdracht vervat: eredienst, bidden en ijveren voor het behoud van het milieu en verder werken aan een interkerkelijke en inter-religieuze dialoog. De eredienst is de rode draad in zijn leven. De patriarch houdt van het liturgisch ritme van onze Kerk en van de traditie die eraan verbonden is, maar ook van zijn rol als voorganger in de liturgische diensten. Deze rol vervult hij overigens bijzonder goed, als celebrant en uitvoerder van het zingen van de hymnen die tot zijn rol behoren.
Hij liet zich verder ook uit tegen het ziekelijk nationalisme dat intrede deed en nog doet in de schoot van de Kerk: “Wij respecteren en steunen de identiteit van elk volk, van elke natie, maar we zijn tegen de uitbuiting van godsdienst voor politieke en nationalistische motieven. De Orthodoxe Kerk heeft nochtans meermaals het ethnofyletisme veroordeeld”. Hij voegde er meteen aan toe: “Ik wil herhalen wat Professor Yannaras een paar jaar geleden heeft neergeschreven, nl. dat het een zegen is dat het Oecumenisch Patriarchaat zich heden in een moslimland bevindt. Het is een uitdaging, een zegen, want mocht het Patriarchaat zich in Griekenland hebben bevonden, dan was onze Kerk een Griekse Kerk; of mocht het zich in Rusland hebben bevonden, dan was het een Russische Kerk; maar hier zijn we een ware oecumenische Kerk. Het Oecumenisch Patriarchaat heeft kunnen weerstaan aan alle moeilijkheden en heeft kunnen overleven. Het gaat verder met het bedienen van de ganse mensheid en niet alleen op religieus vlak”.
Dit zijn woorden uit het hart van onze Patriarch die de essentie weergeven van hoe hij de rol van het Oecumenisch Patriarchaat ziet, als supranationale Kerk die de eenheid van de Orthodoxie dient. Dit is ook het ideaal waaraan hijzelf zijn leven wijdt.
Na hij mij tot diaken had gewijd en hijzelf Metropoliet van Chalcedon was geworden, heb ik hem meermaals mogen vergezellen op enkele belangrijke zendingen. Een eerste zending was de voorbereiding van het bezoek aan de Athosberg van de betreurde Patriarch Dimitrios. Ik mocht deel uitmaken van zijn gezelschap en hem vervoegen op een wat officiëler pelgrimstocht op de Heilige Athosberg (4-8 mei 1990). Onder de gezellen vernoem ik de naam van zijn klasgenoot, Bisschop Gennadios van Krateia (later Metropoliet van Italië en Malta), maar ook deze van zijn neef Christos Anastasiadis. Nadien heb ik een lang artikel gepubliceerd in het tijdschrift van onze parochie ‘Apostel Andreas’, met het ganse relaas . We hadden er een erg druk programma en dit alles heb ik toen in details beschreven: ons verblijf bij de Iosafeous, de ontvangst door de Heilige Epistasia (met als Protepistatis Theoklitos Dyonisiatis), bezoekan aan de Kloosters van Vatopedi (dat toen nog maar pas cenobitisch was geworden), Grigoriou, Dyonisiou, Xenofontos (voor het Kloosterfeest), Megisti Lavra, de Skite van Prodromou, de Skite van Boerazeri; en een plechtige ontvangst door de Heilige Gemeenschap. Na nog een kort bezoek aan de Athoniada, zijn we ook langs geweest bij Gerontas Païsios. Hierover schreef ik onder meer het volgende: “Een heel interessant bezoek brachten we vervolgens aan Vader Païsios, gekend als mogelijks de nederigste askeet, verlicht door de Heilige Geest en van grote heiligheid. Men spreekt niet voor niets van de ‘levende heilige”. Vader Païsios leeft geheel afgezonderd van zijn Monasterium (Koutloumousiou) in een nederige hermitage, midden in de natuur. Dagelijks komen tientallen pelgrims hem opzoeken om hem raad te vragen of slechts te zien. Vaak trekt hij zich volledig terug in de natuur, om wat rust te vinden. Velen komen bij hem met hun problemen en altijd weet hij hen de beste raad te geven. Meer zelfs, hij getuigt van door God gezonden uitspraken of handelingen… Hij is afkomstig uit Cappadocië en heeft nooit het priesterschap aanvaard. Regelmatig komt een priestermonnik in zijn kapel de Goddelijke Liturgie vieren. Ook al leeft hij buiten de wereld, hij is en blijft van alles op de hoogte. Nu mocht ik hem voor een tweede maal ontmoeten, in het gezelschap van mijn Geronta en de overigen die hem vergezellen. Onmiddellijk opende de nederige monnik zijn cel, leidde ons naar de kapel, waarna we op een zeer eenvoudige wijze een niet-alledaags gesprek voerden. We zaten in de tuin op stukken boomstam en hij bood ons een stuk locum aan en schilde ons enkele appelen. Deze ontmoeting die zowaar één uur duurde, zal me altijd bij blijven” !
En werkelijk, ik zal dit bezoek nooit kunnen vergeten, temeer ik als lid van de Heilige Synode een medeondertekenaar mocht zijn van de akte van zijn heiligverklaring, die op voordracht van onze goede Patriarch op 13 januari 2015 een feit is geworden. Het is geweten dat Patriarch Bartholomeos al langer een geestelijke band had met de Heilige Païsios en dat de Heilige ooit verklaard heeft “dat Bartholomeos het beste is wat God ons de laatste jaren heeft geschonken”. Hoeveel nieuwe heiligen staan er op onze kalender sinds hij de oecumenische troon betrad? En het zijn allen opmerkelijke figuren, in het bijzonder degenen die hij de afgelopen jaren heilig heeft verklaard: de heiligen Porfyrios, Iakovos Tsalikis, Sophrony de Athoniet, Amfilochios van Patmos, Efrem van Katoenaki, Jozef de Hesychast, Hieronymos van Simonos Petras …
De andere zending waarbij ik hem mocht vergezellen was richting Chambésy, in november 1990. Het was de enigste keer dat hij een inter-orthodoxe commissie heeft mogen voorzitten. Het was ook de eerste keer dat men zich inter-orthodox heeft gebogen over het kanonisch probleem van de zogenaamde orthodoxe diaspora (10-17 november 1990). Patriarch Bartholomeos was al langer vertrouwd met inter-orthodoxe samenwerking en had ook de rijke ervaring van zijn geestelijke vader en andere Fanarioten geërfd. Vanaf zijn troonsbestijging had hij het idee om regelmatig Synaxen of Bijeenkomsten van de Primaten van de Orthodoxe Kerk bijeen te roepen, juist om de coördinatie van onze Kerk te intensiveren. Na meer dan vijftig jaar voorbereiding op een Heilig en Groot Concilie werd het steeds meer zijn ultieme droom om dit Concilie te kunnen samenroepen en hij heeft het ook gedaan. Toch heeft hij moeten aanvaarden dat niet iedereen in de schoot van onze Orthodoxe Kerk de kerkelijke zaken ernstig nemen en liever uit zijn op spelletjes. Dit kunnen we alleen maar betreuren. Patriarch Bartholomeos had nochtans alles gedaan om aan hun eisen te voldoen, en toch hebben ze slechts enkele dagen voor de samenroeping van het Concilie verzaakt aan hun engagement. God zal oordelen.
Zelf stel ik mij oprecht de vraag of de lokale Orthodoxe Kerken wel de wil hebben om problemen als dat van de chaotische situatie van de zogenaamde orthodoxe diaspora op te lossen. Ze denken baat te hebben door hun aanwezigheid in gebieden die hen niet toekomen te bestendigen. Wij die er leven betalen het gelach en stellen vast dat het etnofyletisme meer dan ooit een realiteit is. Wat ons moed inspreekt, is dat onze Patriarch vastberaden is dat er vroeg of laat een kanonische oplossing moet komen en de rechten van de Moeder-Kerk van Constantinopel door de andere lokale Kerken moeten worden geëerbiedigd.
In dit nederig eerbetoon aan onze Patriarch wil ik, als metropoliet residerend in de hoofdstad van het Verenigd Europa, ook enkele herinneringen oproepen over de contacten met de Europese Unie. Ook hiervan mocht ik getuige zijn en had ik eerder de historische gebeurtenissen in kleine artikels neergeschreven. Het was in mei 1993 dat ik onze Patriarch mocht vergezellen, samen met de toenmalige Metropoliet Konstaninos van Derka, voor een hoogstaand bezoek aan de Europese Commissie. Het was toenmalig Commissievoorzitter Jacques Delors die de Patriarch had uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek en lunch. Na de maaltijd richtte Patriarch Bartholomeos zich als volgt tot de pers: “De heer Delors is een grote personaliteit, een vrome christen die openstaat voor alle godsdiensten. Wij hebben standpunten uitgewisseld over zaken betreffende de dialoog tussen christenen, godsdiensten, mensen, volkeren en betreffende de stabiliteit en vrede. Wij hebben het ook gehad over problemen in Europa en vooral over de mensheid, ongeacht de religieuze, nationale en raciale verschillen die zij kent. Als religieus leider bemoei ik mij niet met politiek en wij hebben er dus ook niet over gepraat. Maar de hedendaagse problemen hebben weliswaar ook spirituele dimensies, die ons wel aanbelangen” . Dankzij deze ontmoeting heeft de Europese Unie begrepen dat de Orthodoxe Kerk met Patriarch Bartholomeos een waardige gesprekspartner heeft en daarop heeft Jacques Delors aangedrongen dat de Orthodoxie een permanente vertegenwoordiging zou hebben bij de Europese Instellingen, wat een feit werd met de oprichting van een Kantoor in 1994. Het was de eerste maal dat een oecumenische patriarch een bezoek had gebracht aan de Europese Unie. Hij heeft er uitvoerig kunnen spreken over de gevolgen van de val van het communisme in de Balkan. Een jaar later werd de Oecumenische Patriarch uitgenodigd om in Straatsburg, voor het Europees Parlement, een toespraak te houden. Zijn bezoek blijft niet onopgemerkt in de media die het belang inzien van zijn tussenkomst in de kwesties van onze tijd.
En neen, Patriarch Bartholomeos doet niet aan politiek, wat niet wil zeggen dat hij zich niet interesseert in wat er zich in de wereld afspeelt. Hij volgt de actualiteit op de voet en ijvert onrechtstreeks voor gerechtigheid in de wereld, precies zoals het hoort voor een christelijke leider van formaat. Dit ligt trouwens in de lijn van het Evangelie dat hij predikt. Met hem aan het stuurwiel is onze Kerk, en in het bijzonder het Oecumenische Patriarchaat, meer dan ooit op de kaart gezet. Na dertig jaar weet men overal ter wereld wie Bartholomeos is. De ‘groene’ Patriarch. Een attentvol man, die zijn confraters en collega’s, vooraanstaanden en de kleinsten onder ons vaak weet te verrassen met een brief, kaart of geschenk. Hij is ook diegene die in zijn zakken altijd wel iets heeft om – zelfs op straat – bij een ‘toevallige’ ontmoeting iemand gelukkig te maken met een klein bidsnoertje of een icoontje. Iemand die niet graag iets vergeet en het daarom liever op een klein briefje (to do list) schrijft dat hij in zijn borstzakje heeft. Hij is een groot leider die heel gelukkig wordt wanneer hij eens incognito souvenirs en geschenken kan aankopen voor wat hij zelf ‘zijn vrienden’ noemt.
Dankzij hem mocht ik ook studeren aan het Oecumenisch Instituut van Bossey, in Zwitserland. Enkele decennia eerder had hij er zelf ook gestudeerd. Het toeval wou dat precies dat jaar dat ik er was hij een officieel bezoek bracht aan Bossey en ik door het college van professoren was uitgeroepen tot één van de sprekers. Wetende hoeveel belang hij hecht aan het ideaal van het herstel van de zichtbare eenheid van de christelijke Kerken, heb ik hem onder meer het volgende toevertrouwd: “We weten allemaal hoe Uwe Alheiligheid bekend is met deze plek en dit Instituut, want u had inderdaad het geluk om, zoals wij nu, de ervaring van Bossey te beleven. Ja, dit Instituut is bovenal een ervaring, een ‘school’ waar we de oecumene leren beleven. Ik heb begrepen dat het doel van deze opleiding erin bestaat de studenten – christenen van verschillende denominaties – te leren naast elkaar te bestaan, samen na te denken en te bidden, elkaar lief te hebben en samen als christenen te getuigen van Christus in een wereld, die God niet meer kent, niet meer zoekt of weerstaat aan Zijn genade (…)”. En ik besloot mijn toespraak met de woorden: “Ik hoef Uwe Alheiligheid allerminst te overtuigen van het belang van Bossey, want U bent het die mij heeft voorgesteld om hierheen te komen en ik ben u zeer dankbaar”.
Dankbaarheid voor de persoon van onze waardige Oecumenisch Patriarch Bartholomeos heb ik omwille van vele zaken in mijn leven. Eerst en vooral om wie hij is en wat hij voor mij betekent als geestelijke vader. Verder voor de vele mogelijkheden die hij mij geboden heeft om mij dienstbaar te mogen opstellen voor het welzijn van de Heilige en Grote Kerk van Christus. Dit gaat om studie, om mij te hebben ingeleid in het diaconaat en om me zo te hebben toegelaten deel uit te maken van de geestelijkheid en later van de hiërarchie van de Moeder-Kerk. Het is niet mijn bedoeling om deze spirituele relatie af te schilderen als een zogenaamd bevoorrechte situatie. Maar door u deze persoonlijke indrukken te geven, wil ik u de meest levendig schets van de persoon van onze Patriarch aanbieden.
En dan richt ik mij rechtstreeks tot Zijne Alheiligheid: “Mijn woorden zijn bijzonder arm, nochtans wil ik de grootsheid van mijn dank uitroepen voor al uw vaderlijke liefde en voor alles wat u voor mij onwaardige gedaan hebt. Onze Heer en God schenke Uwe Alheiligheid gezondheid, kracht, vreugde en nog vele jaren aan het hoofd van onze Kerk”!
[1] Orthodoxie, een uitzending van het Orthodox Aartsbisdom van België, Brussel, 2003.
[2] Athenagoras Peckstadt, Een wat officiëler bezoek aan de Heilige Athosberg of een bedevaart in de Tuin van de Alheilige, in Apostel Andreas, Gent (1990), N°9, pp. 11-18; en N°10, pp. 11-18.
[2] Athenagoras Peckstadt, Een wat officiëler bezoek aan de Heilige Athosberg of een bedevaart in de Tuin van de Alheilige, in Apostel Andreas, Gent (1990), N°10, p. 15.
[4] Athenagoras Peckstadt, Onze Oecumenische Patriarch Bartholomeos in ons land, in Apostel Andreas, Gent (1993), N°6, p. 5.