CATECHETISCHE PREEK
+ BARTHOLOMEOS
DOOR DE GENADE GODS AARTSBISSCHOP VAN KONSTANTINOPEL, HET NIEUWE ROME EN OECUMENISCH PATRIARCH
AAN DE GANSE KERKGEMEENSCHAP, GENADE EN VREDE VAN CHRISTUS ONZE VERLOSSER, ZIJ MET U, ALSOOK WENSEN, ZEGEN EN VERGEVING
* * * * * * * * *
“De tijd is aangebroken, het begin van de geestelijke strijd” (Eer – stichier van de Lofpsalmen, Vergevingszondag).
Dierbare broeder en zusters, kinderen in de Heer,
Met deze woorden wil de heilige Hymnendichter ons eraan herinneren, dat we, in deze nu aanbrekende periode van de Heilige Grote Vasten, onze geestelijke strijd moeten intensiveren terwille van onze geestelijke vorming en onze vooruitgang.
De oude Grieken zeiden het al: het goede wordt door inspanning verkregen. En de Heilige Vaders hebben evenzo vastgesteld dat er een verachting van genot nodig is, zoals Abba Isaäc de Syriër dit kenmerkend zegt, om de goddelijke liefde te kunnen genieten, waarin al de stoffelijke en de onstoffelijke goederen bestaan. Wij mensen streven naar de stoffelijke goederen, die we verkrijgen met oneindig veel inspanningen, waartoe we gewoonlijk wél bereid zijn.
Maar de geestelijke goederen worden ons door God geschonken, vooropgesteld dat we eerst oprecht Hem en Zijn liefde zoeken, zonder dat we egocentrisch naar die goederen verlangen om er persoonlijk van te genieten of er eer mee te behalen. De Heer heeft ons duidelijk gezegd: “zoekt eerst het koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en dat alles zal u erbij gegeven worden.” [Matth. 6,33] Hij heeft ons verzekerd dat wie bereid is zijn leven te verliezen omwille van Gods liefde, zijn leven zal redden. Of meer algemeen gezegd: wie met grootmoedigheid de liefde van God de Vader zoekt en niet kleinmoedig zonder God uit is op stoffelijke of geestelijke gaven, die zal tenslotte zowel de verlangde liefde Gods verkrijgen, als ook allerlei goederen, waar hij niet op uit is.
Want, geliefde kinderen in de Heer, onze Vader die in de hemelen is, die ons bemint en die verlangt naar onze zaligheid, de schenker en de bron van alle goeds, Hij zal ons ook alle andere goederen schenken die we nodig hebben, als wij naar Hem terugkeren, net zoals Hij die gaf aan de Verloren Zoon: het oorspronkelijke kleed, het gemeste kalf, de ring aan zijn vinger, het feestmaal en vooral de vaderlijke omhelzing! Om echter binnen te gaan in Zijn geopende armen, moeten we ons eerst afwenden van onze zonden en vooral van onze eigenliefde, die voorgesteld wordt door de eikels waarmee de varkens zich voedden. Hierbij moeten we de oprechtheid van ons verlangen naar Gods liefde tonen, door een vrijwillige, edele geestelijke strijd.
De werkelijke aard van de geestelijke strijd wordt aan de ene kant bepaald door het doel, namelijk het zoeken naar de verlangde liefde van God, en aan de andere kant door het afzien en loslaten van de andere goederen en verlangens, waarop we denken recht te hebben, zodat geheel ons leven -ziel en geest- toegewijd wordt aan dat ene doel. Het vasten dat een van de belangrijkste ascetische middelen is in de Grote Veertigdagen, is daarom niet het verwerpen van gezegende levensmiddelen, maar een vrijwillige verzaking aan de verkwikking die deze aan het lichaam verschaffen, met als voornaamste doel om én onze ziel los te maken van een uitsluitend op zichzelf gerichte aandacht, én om ons lichaam te maken tot een handzaam instrument, dat zich onderwerpt aan de besturende geest in plaats van te heersen over de menselijke persoon.
In verschillende humanistische kringen wordt vaak gedacht dat het doel van de geestelijke ascese is, het door menselijke inspanning verwerven van deugden en andere buitengewone eigenschappen. De ascese is echter de uitdrukking van ons verlangen om de persoon van onze Heer Jezus Christus te ontmoeten, in Wie alles is en uit Wie alles voortkomt.
‘Zonder Hem kunnen wij niets’ verkondigt het Woord Gods duidelijk, en de Hymnendichter herinnert ons eraan: ‘als de Heer het huis niet bouwt van de deugden van de ziel, dan is onze inspanning tevergeefs’.
Laten wij, Christenen, ons dus richten op de liefde van Christus en laten we vrijwillig afzien van allerlei secundaire verlangens en gerichtheden, opdat we Zijn tegenwoordigheid in het huis van onze ziel waardig worden. Wanneer dat bereikt wordt met het welbehagen en de genade van God, dan zullen vrede, vreugde en volmaakte liefde blijvend deel uitmaken van ons bestaan.
Daarom geschiedt de geestelijke ascese ook niet met een somber gelaat, noch opzichtig, maar met vreugde en in het verborgene, voor zover dat mogelijk is. Wanneer er opzichtigheid bij komt, wordt het doel van de liefde Gods verlaten en komt het behagen aan mensen ervoor in de plaats. Wanneer er somberheid is en tegenzin, dan vlucht de opgewektheid en de vrijwilligheid en dan leeft degene die ascese doet in een klimaat van dwang en onderdrukking, dat wil zeggen in een psychische toestand die niet aan God behaagt.
De geestelijke ascese moet met vreugde geschieden en het eerste doel moet zijn ons hart binnen te leiden in de liefde en de vreugde van God, die in ons iedere bitterheid en kwaaddenkendheid vernietigt en ieder protest en klacht tegen onze medemensen, zodat de onwankelbare schitterende vrede van God in ons komt en van ons uitstraalt.
Mogen wij allen de wedloop in de arena van de Grote Veertigdaagse Vasten doorbrengen met geestelijke inspanning, zodat we mogen genieten van de volheid van de vreugde van de Opstanding van onze Heer Jezus Christus, Wiens Genade en rijke Barmhartigheid met u allen mogen zijn.
De Heilige en Grote Veertigdagentijd 2007
+ BARTHOLOMEOS van Konstantinopel, vurige voorspreker van u allen bij God