CATECHETISCHE PREEK VAN DE OECUMENISCHE PATRIARCH
+ B A R T H O L O M E O S
DOOR DE GENADE GODS AARTSBISSCHOP VAN KONSTANTINOPEL, HET NIEUWE ROME, EN OECUMENISCH PATRIARCH,
AAN ALLE GELOVIGEN VAN DE KERK: GENADE, VREDE EN BARMHARTIGHEID ZIJ U, VAN ONZE HEILAND EN HEER CHRISTUS, EN VAN ONS ZEGEN EN VERGEVING.
“Gelovigen, laten wij met grote vreugde de door God geïnspireerde boodschap van de Vasten ontvangen”.
Geliefde broeders in Christus en kinderen in de Heer,
De laatste tijd zien we een oplaaiing van onrust. Veel problemen steken de kop op. De mensen lijden eronder en vragen om hulp. We maken werkelijk een algemene beproeving door. Sommigen noemen dit een economische recessie, anderen een politieke crisis. Volgens ons is het een geestelijke ontsporing. Maar er is genezing mogelijk. Er worden veel oplossingen gegeven, je hoort allerlei meningen. Maar de problemen blijven bestaan. De mens voelt zich in de steek gelaten en alleen. Hij kent zijn diepere wezen niet. Hij blijft terneergeslagen door de onzekerheid en de wanhoop.
De voorgestelde oplossingen, welke richting of uitkomst (als die er al is) deze ook hebben, verlossen de mens niet, want in principe laten ze de mens een gevangene blijven van bederf en dood. De Kerk is niets anders dan de Godmens zelf, onze Heer, de Bevrijder van onze zielen. Zodra de mens de Kerk binnengaat, komt hij in de atmosfeer van de goddelijke troost, van de verzoening tussen hemel en aarde. Hij komt in zijn eigen omgeving. Zijn geest komt tot rust. Hij vindt een hemelse schoonheid en een geestelijke volwassenheid, “die de einden der wereld vervult met een goddelijke geur”. De Kerk weet wat wij allemaal te lijden hebben. En zij heeft de kracht om ons te bevrijden. Zij roept ons tot berouw. Ze maakt de leugen niet mooier dan die is, noch verbergt zij de ellende. Ze zegt de hele waarheid. En ze spoort de mensen aan om de werkelijkheid onder ogen te zien, zoals die is, om ons bewust te worden dat we stof en as zijn.
In de Grote Canon van de heilige Andreas wordt gesproken over de tranen van inkeer, het wenen van berouw, en over de pijn van de verwondingen. Maar dit wordt gevolgd door verkwikking van de ziel en de gezondheid van de geest. Onze Schepper en Redder bestaat. In Zijn overvloedige ontferming heeft Hij ons geplaatst in het gebied tussen onbederflijkheid en sterflijkheid. Hij heeft ons niet verlaten. Hij is gekomen en heeft ons gered. Door Zijn kruis heeft Hij de dood ontbonden. Hij schonk ons de onbederflijkheid van ons lichaam.
Waarom zijn we zonder reden ontsteld, we zijn toch met Christus samengegroeid? Waarom zoeken we onze toevlucht niet bij Hem? De kerk houdt zich niet bezig met eindeloze commentaren op het verderf, maar laat ons ook daar niet in de steek. Zij kent de diepste verlangens van de mens en staat ons bij en bevrijdt en verlost ons. We hebben voedsel nodig, maar “niet alleen van brood leeft de mens” [Matt. 4:4]. We hebben geestelijk inzicht nodig, maar we zijn niet onlichamelijk. In de kerk vinden we de volheid van het leven en van het inzicht in het God-menselijk evenwicht. Ver van God komt de mens tot zedelijk verval en bederf. Waar de materiële goederen overvloedig zijn en de luxe tot afgod wordt, gedijen de beproevingen van de schandalen en de verwarrende duisternis.
Daar waar de mens met schroom leeft, en alles aanvaardt met dankbaarheid en tevredenheid, wordt alles geheiligd. Het weinige wordt gezegend en wordt voldoende, het vergankelijke wordt bekleed met de gloed van onvergankelijkheid. De mens geniet van het tijdelijke als een gave Gods en hij voedt zich vanaf heden met de belofte van het toekomende leven. Niet alleen worden de problemen opgelost, maar ook wordt de pijn van de beproevingen veranderd in levenskracht en aanleiding tot lofprijzing. Wanneer dat zich binnen ons afspeelt, wanneer de mens zijn persoonlijke rust en heil vindt door alles wat Christus ons heeft nagelaten, dan wordt zijn geest verlicht. Hij kent zichzelf en heel de wereld. Hij heeft vertrouwen in de liefde van de Almachtige. Dat geeft steun aan de gelovige zelf. En dit wordt doorgegeven als onzichtbare uitstraling, tot versterking van allen die hongeren en dorsten naar de waarheid.
De hele wereld heeft de verlossing nodig van zijn Schepper en Formeerder. De hele wereld heeft de aanwezigheid nodig van het geloof en de gemeenschap der Heiligen. Laten we de Heer onze God danken voor al Zijn weldaden, en voor deze periode van de Heilige Veertig Dagen van de Vasten.
‘Zie de welgevallige tijd, zie de tijd van inkeer.’
Mogen wij de oceaan van de Vasten oversteken met berouw en biecht, om de niet eindigende vreugde te bereiken van de Opstanding van onze Heer, God en Redder Jezus Christus, aan Wie toekomt alle heerlijkheid, eer en aanbidding, in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Heilige Grote Vasten 2012
+ Bartholomeos, Aartsbisschop van Konstantinopel,
vurige voorspreker voor u allen bij God.
——————————————
Gelieve dit in de kerk voor te lezen op Vergevingszondag, 26 februari,
na het Heilig Evangelie.