Patriarchale Boodschap voor het Heilige Pascha
Patriarchale boodschap
Voor Pasen
Protocol Nr. 289
† BARTHOLOMEOS
DOOR DE GENADE GODS AARTSBISSCHOP
VAN CONSTANTINOPEL, NIEUW ROME,
EN OECUMENISCH PATRIARCH
MOGE DE GENADE, DE VREDE EN DE BARMHARTIGHEID VAN DE
GLORIEUS VERREZEN CHRISTUS, MET HET GEHELE PLEROMA
VAN DE KERK ZIJN
* * *
Na het voleindigen van de voor de ziel nuttige vastentijd, na het vereren van het Lijden en het Kruis van de Heer, nemen wij vandaag deel aan Zijn roemrijke opstanding, en verkondigen op dit feest stralend van vreugde en in onuitsprekelijke blijdschap de reddende uitroep: “Christus is Verrezen!”
Voor ons orthodoxen is alles waarin we geloven, alles waar we van houden, alles waar we op hopen geassocieerd met Pasen; alles ontleent aan Pasen zijn belang, alles wordt erdoor uitgelegd en wordt er zinvol door. De Opstanding van Christus is het antwoord van de Goddelijke liefde op de angst en het verlangen van de mens; Zij is ook het nog steeds knagende “diepe verlangen naar” de schepping. In de Verrijzenis wordt de betekenis onthuld van de oudtestamentische passages: “Nu gaan Wij de mens maken, als beeld van Ons, op Ons gelijkend” en “God bekeek alles wat Hij gemaakt had, en Hij zag dat het heel goed was”.
Christus is “ons Paaslam” , “de opstanding van allen“. Waar de zondeval het pad van de mens naar “naar zijn gelijkenis” heeft opgeschort, wordt in de verrezen Christus de weg van de vergoddelijking door de Genade weer geopend voor “de geliefde van God”. Dan vindt het “grote wonder” plaats dat de “grote wonde”, de mens, geneest. Op het symbolische fresco dat de opstanding uitbeeldt in het klooster van Chora, zien we dat de Heer van de glorie, onze bevrijder die ons bevrijdde van het juk van de vijand, die “afgedaald is in de hel” en “het rijk van de dood heeft verbrijzeld”, levengevend uit het graf tevoorschijn komt en samen met hem de eerstgeborenen van de mensheid opwekt, en in hen het hele menselijke ras van begin tot einde.
Bij de Verrijzenis wordt het leven in Christus geopenbaard als bevrijding en vrijheid. “Voor die vrijheid heeft Christus ons vrijgemaakt” . De kern, het “ethos” van deze vrijheid, wat hier op aarde op een christelijke manier geleefd moet worden alvorens vervuld te worden in het Koninkrijk van de Hemel, is liefde, de levende belichaming van het “nieuwe schepsel”. “Broeders en zusters, u werd geroepen tot vrijheid. Alleen, misbruik de vrijheid niet als een voorwendsel voor een zondig leven, maar dien elkaar door de liefde”. Gesticht op het kruis en de Wederopstanding van de Heiland, is de vrijheid van de gelovige een weg naar boven en naar de broeder toe, het “geloof dat werkzaam is door de liefde“. Deze vrijheid is de uitweg uit “het Egypte van de slavernij” en meervoudige vervreemdingen; ze is de gave van Christus die erin bestaat het introverte en bekrompen bestaan te overwinnen, waarbij de hoop op eeuwigheid de mens menselijk maakt.
Bij het vieren van Pasen belijden we in de Kerk dat het Koninkrijk van God “reeds gevestigd, maar nog niet voltooid is”. In het licht van de Opstanding krijgt het aardse een nieuwe betekenis, omdat het al getransformeerd en transformeerbaar is. Niets wordt eenvoudigweg “gegeven”. Alles bevindt zich in het proces van eschatologische verbetering. Deze “niet aflatende drang” naar het Koninkrijk, voornamelijk beleefd in het eucharistische samenzijn, behoedt enerzijds het volk van God voor onverschilligheid jegens de geschiedenis en de aanwezigheid van het kwaad daarin, en anderzijds, voor het vergeten van het Zondagse woord “mijn koningschap is niet van deze wereld”, met andere woorden ze behoudt het volk van het verschil tussen het “reeds” en “nog niet” van de komst van het Koninkrijk, wat tevens in overeenstemming is met de bij uitstek theologische zin: “De Koning is gekomen, de Heer Jezus, en Zijn Koninkrijk zullen komen”.
Wat vooral de door God gegeven vrijheid van de gelovige kenmerkt, is Zijn niet aflaten paasvibratie, Zijn waakzaamheid en Zijn dynamiek. Het is verre van beperkend, maar het karakter ervan als een genadegave verhoogt onze eigen instemming met de gave; het versterkt onze wandel en ons gedrag in de nieuwe vrijheid die ook het herstel van de veranderde relatie van de mens met de schepping inhoudt. Hij die vrij is in Christus, zit niet gevangen in wat “absoluut aards” is, “zoals andere mensen die geen hoop hebben”. Onze hoop is Christus, het bestaan dat in Hem voltooid is, de pracht en het licht van de eeuwigheid. De biologische grenzen van ons leven omschrijven de waarheid ervan niet. De dood is niet het einde van ons bestaan: “Laat niemand de dood vrezen, want de dood van de Heiland heeft ons ervan verlost. Hij vernietigde de dood, hij die door de dood was omarmd. Hij heeft de hel van alles ontdaan, degene die in de hel is afgedaald”. Vrijheid in Christus is de “tweede schepping” van de mens, een voorproefje en voorafspiegeling van de vervulling en volheid van de goddelijke economie in het ‘nu en altijd’ van de laatste dag, wanneer de “gezegenden van de Vader” van aangezicht tot aangezicht zullen leven met Christus, met “onze ogen voortdurend op Hem gericht en de Zijne op ons, de vrucht dragend van de eindeloze vreugde die Hij geeft”.
Voor ons orthodoxen is het heilige Pasen niet enkel een religieuze feestdag, laat staan zelfs de grootste. Elke Goddelijke Liturgie, elk gebed en elk verzoek van gelovigen, elk feest en elke herdenking van heiligen en martelaren, de iconenverering, de “overvloedige vreugde” van christenen, elke daad van opofferende liefde en broederschap, volharding in nood, de hoop die niet bedriegt en het volk van God bezielt, dit alles is een feest van de vrijheid, het straalt een paaslicht uit en ademt de geur van de Verrijzenis uit.
In deze geest verheerlijken wij de Heiland van de wereld die door zijn dood de dood overwon, en bieden wij u allen, eerbiedwaardige broeders en geliefde kinderen van de Moederkerk overal in het koningschap van de Heer, een feestelijke omhelzing, en zegenen vreugdevol met u, met één mond en één hart, Christus voor altijd.
Fanar, heilig Pascha 2021
† Bartholomeos van Constantinopel
vurig voorbidder van jullie allen in de Verrezen Christus