Spring naar de inhoud
Benelux logo
Greek logo

Orthodoxe aanwezigheid in de Benelux

Orthodoxe aanwezigheid in de Benelux

Een Byzantijnse prinses in Nederland

Een bijzondere band bestaat tussen de Orthodoxie uit de Byzantijnse tijd en de St. Nicolaaskapel op het Valkhof in Nijmegen. Op deze plaats stierf in 991 Keizerin Theophano, een Byzantijnse prinses die getrouwd was met de Duits-Roomse keizer Otto II. Historici veronderstellen dat de achthoekige vorm van de kapel verwijst naar de Byzantijns-orthodoxe traditie die de Prinses uit Constantinopel had meegenomen. Als herinnering eraan is er vandaag de dag op deze plaats een orthodoxe parochie toegewijd aan de Heilige Theophano.

Byzantijnen in Brugge tijdens de gouden jaren

Het is geweten dat Brugge als handelscentrum haar grootste bloei kende tussen 1280 en 1480. In deze periode verbleef er een bont gezelschap van vreemde kooplui met meestal een eigen natiehuis en pakhuizen. Brugge fungeerde daardoor als één van de belangrijkste handelsvestigingen en als draaischijf voor de handel tussen Zuid- en Noord-Europa. Het Beursplein vormde het commerciële en financiële hart van de stad, waar eveneens de eerste beurshandel werd ontwikkeld. Elke natie had er zowaar een natiehuis en stapelhuizen: de Venetianen, de Florentijnen, de Genuezen, de Castilianen, de Spanjaarden, de Portugezen, de Schotten, de Noord-Duitse kooplieden. De Levantijnen en de handelaars uit Constantinopel en Smyrna ontbraken evenwel niet. Brugge had zich ondertussen ook ontpopt tot een internationaal kunstencentrum. Dankzij het Bourgondische hof kwamen er contacten met reizigers uit alle streken van Europa.

De eerste Grieken in de Lage Landen, waren kooplieden uit de Levant en Klein-Azië die zich in Brugge kwamen vestigen en er handelsposten openden. In een memorie van Adriaan Baltyn (1546-1621), pensionaris van de Brugse Vrije, treft men een document aan dat ons in enkele lijnen een overzicht geeft van de ganse geschiedenis van onze oude contacten met Klein-Azië en de Levant. Hij deed dit naar aanleiding van een juridisch proces dat gevoerd werd tussen de Brugse Vrije en de Stad Sluis, over het recht van ontslag en verkoop van een aantal beschadigde goederen bestemd voor de stapelplaatsen van Brugge. Het document dateert van de tijd van Lodewijk van Nevers (1304-1346) en is teruggevonden in het Middelnederlands

Hieruit blijkt duidelijk dat de Vlamingen reeds vroeg handelsbetrekkingen onderhielden met Oosterlingen. Later kwamen de bewoners van Klein-Azië en de Levant hier zelf hun goederen aanbieden en vestigden handelsposten te Brugge. Bevestiging hiervan vindt men in de Rekeningen van de Stad Brugge. In zijn werk Ephémérides Brugeoises geeft M. Gaillard een beschrijving van de vestiging van Oosterlinghen en Levantijnen in Brugge. Samengevat leert hij ons dat «zij de eerste waren die zich in Brugge kwamen vestigen en hun handelszaak dateert van 1340. Er blijkt dat een geschil tussen hen en de Bruggelingen maakte dat zij enkele jaren in Dordrecht verbleven. Ze zouden echter spoedig terugkeren…». De Levantijnen brachten hier allerlei (vooral) kostbare producten, maar ook zeldzame kruiden en fruit. De Vlamingen waren vooral opgezet met het bont (hermelijn of harmervellen ) dat vooral door deze van Constantinopel en Smyrna hierheen werden gebracht. Wat we weten is dat de handelaars van Smyrna zich vestigden in een pand op een hoek van de Genthof. Er zijn weliswaar nog vele andere archiefdocumenten die de aanwezigheid van Grieken alhier bevestigen.

Anderzijds vinden we in meerdere archieven in Vlaanderen de vermelding van namen van Byzantijnse vluchtelingen. De eerste vermelding vinden we in de jaren 1392-93, in een document van het Brugs stadsarchief. Het gaat om het toekennen van een subsidie «bi beueilne van borghmeesters» van de Stad Brugge aan «eenen bisscop vte Griekenland in aelmoesenen, vj vranxsche cronen…». Maar in hetzelfde archief vinden we de vermelding van tal van andere Grieken die opgetekend staan en in diezelfde periode van de Stad Brugge een toelage hebben ontvangen. Onder hen ook een Griekse priester.

De periode waarin het grootst aantal Levantijnen in Vlaanderen verbleef lijkt deze tussen 1453 en 1470. Volgens Emile Vanden Bussche is het “in deze periode dat er in onze archieven de meeste namen van vreemdelingen verschijnen die handelsbetrekkingen hadden met Brugge, vooral mensen uit Constantinopel, die alhier gekomen zijn, sommigen als gezanten, anderen omwille van politieke redenen”. Maar ook in het werk van Gilliodts-Van Severen vindt men een opsomming van namen van Grieken uit Constantinopel  – ridders en edelen, en zelfs een broer van de keizer – die om bescherming af te smeken tegen het Ottomaanse juk en aan wie men een aalmoes gaf.

De Val van Constantinopel bracht een einde aan het succes van de Griekse handelaars in Vlaanderen, terwijl de Turken gestadig hun plaats innamen.

Later, onder Filips de Schone (1482-1506), zijn de meeste Levantijnen, Armeniërs en Turken uit Brugge verdwenen. Vanaf 1480 kondigde zich inderdaad een crisissituatie aan. Aan de basis lagen de achteruitgang van de lakenindustrie, de strenge handelsreglementering, de concurrentie van de snelgroeiende handelsmetropool Antwerpen en de politieke omstandigheden.

Griekse kooplieden stichtten een eerste parochie (Amsterdam)

De eerste orthodoxen die naar Nederland kwamen waren trouwe navolgers van de Oecumenische Patriarch Cyrillus Loukaris. Het waren hoogstaande geestelijken van het Oecumenisch Patriarchaat die zich aan de Universiteit van Leiden lieten inschrijven en de contacten die Cyrillus met Nederlandse kerklui had, dienden te versterken. Hun verblijf in Nederland is een belangrijk gegeven in de vroege contacten tussen de Orthodoxie en het Protestantisme. Hun verblijf is meteen de eerste duidelijke aanwijzing van een aanwezigheid van orthodoxe christenen in Nederland. Nadien verbleven nog heel wat Griekse studenten in Leiden. Eén van hen zou later oecumenisch patriarch worden.

In 1697 werkte Peter de Grote enige maanden op de Amsterdamse werf van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie, waar hij de scheepsbouw zou hebben geleerd. In zijn mémoires is er echter geen sprake van een orthodoxe kerk in Nederland.

Het is pas wanneer in de Gouden Eeuw Griekse handelaars zich in Amsterdam kwamen vestigen dat er een eerste orthodoxe parochie werd opgericht, deze van de Heilige Catherina, gevestigd in de Koningstraat. De Griekse gemeenschap in Amsterdam bestond uit handelaren uit Smyrna, Chios, Thessaloniki en Zagora. Eén van hun eerste bezorgdheden was het verwerven van een eigen kerkje, waar ze hun geloof volgens de orthodoxe traditie konden beleven. De eerste Goddelijke Liturgie werd er gevierd in het jaar 1752 door een bisschop uit Kreta. De parochie hing rechtstreeks af van het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel. Er zijn documenten teruggevonden, zoals een briefwisseling met de oecumenische patriarch, die dit bevestigen. Toch waren er onder de gelovigen ook enkele russen. Reeds in 1760 hadden de Griekse kooplui de Goddelijke Liturgie van de Heilige Johannes Chrysostomos laten vertalen in het Nederlands en gedrukt. Drie jaar later werd de kerk ondergebracht in een gebouw gelegen aan de Oudezijds Voorburgwal, dat kon aangekocht worden dankzij het nalatenschap van een Griekse handelaar die gewerkt had voor de Verenigde Oostindische Compagnie. Uit de lijst van priesters blijkt dat er tot 1849 een Griekse priester was. Van 1852 af zijn de priesters russen, omdat de meeste Griekse kooplui toen teruggekeerd waren en ook wel omwille van koningin Anna Pavlovna. Inderdaad, met het huwelijk van Anna Pavlovna en Prins Willem II van Oranje (1816) brak een nieuw hoofdstuk aan voor de Orthodoxie in de Lage Landen. Anna Pavlovna, zuster van tsaar Alexander I, bleef het orthodoxe geloof trouw en had een kapel in elk paleis. Ook nam ze de kapel van de Heilige Catherina in Amsterdam onder haar hoede. Er bleven immers niet veel Grieken meer over in de Nederlandse hoofdstad. Deze waren teruggekeerd met de onafhankelijkheid van Griekenland. De Parochie van de Heilige Catherina hield op te bestaan met het overlijden van Koningin Anna Pavlovna (1865).

Na ruim een eeuw onderbreking is de Parochie aan het einde van de 20e eeuw uit een lange slaap ontwaakt en sinds 2016 bevindt ze zich in de Amsterdamse periferie, m.b. in Zaandam.

Evolutie in België sinds het begin van de 20e eeuw

In 1900 werd in België een eerste orthodoxe parochie opgericht voor de Griekse handelaars en zeelui die intrek genomen hadden in de Antwerpse metropool. De parochie werd toegewijd aan de Boodschap van de Moeder Gods en behoorde – zoals alle Griekse parochies van de diaspora – tot de jurisdictie van het Oecumenisch Patriarchaat. Het Patriarchaat stuurde Archimandriet Gennadios Themelis als eerste rector ervan.

Tot de aanvang van Wereldoorlog I was de meerderheid van orthodoxe uitwijkelingen – of ze nu grieken of russen waren – arm en weinig onderlegd. waren personen die reisden om commerciële belangen of zoekend naar werk in het Westen.

Daarop volgden emigraties die zorgden dat voortaan ook personen met een diepere culturele en intellectuele achtergrond naar België kwamen: denken we maar aan de Russische vluchtelingen na de Revolutie van 1917 en aan de grieken die Turkije verlieten na de Grieks-Turkse oorlog, ook wel eens de Katastrofe van Klein-Azië genoemd. Onder hen waren er die in de mogelijkheid verkeerden intellectuele contacten te weven met het Westen, iets wat ondenkbaar was bij de voorgaande uitwijkelingen. De emigratie, die zich wat verloren voelde in een voor haar vreemde Westerse wereld, zocht kracht te putten in de Kerk. Deze bleek de enige die enigsinds kon getuigen van het afwezige vaderland.

In 1926 kocht de Vereniging van Griekse Vrouwen in de Brusselse Stassartstraat een gebouw aan en maakte het mogelijk dat het gelijkvloers werd ingericht als kerk voor de grieken. De kerk werd toegewijd aan de Heilige Aartsengelen Michaël (patroonheilige van de stad Brussel) en Gabriël. De kerk werd bediend door de rector van de Griekse parochie van Antwerpen.

Half de jaren vijftig kwamen de eerste buitenlandse arbeiders voor de Belgische koolmijnen aan. Het waar meer dan 30.000 grieken, maar ook heel wat serviërs.  Om tegemoet te komen aan hun geestelijke en pastorale noden stuurde de Oecumenische Patriarch Athenagoras vanuit het Theologisch Instituut van Halki 4 jonge priesters naar België. Onder hen was de jonge Priestermonnik Panteleimon Kontoyiannis, later tegenwoordig Metropoliet van België. Nieuwe parochies werden opgericht in Luik, de Baurinage en Belgisch Limburg.

Steeds meer werd de Belgische bevolking geconfronteerd met de reële aanwezigheid van de Orthodoxie: gemengde huwelijken, het IIe Vatikaans Concilie, oecumenische ontmoetingen op wereldniveau, maar eveneens nationaal … Verder werden geïnteresseerden en zoekenden a.d.h.v. lectuur, voordrachten of een bezoek aan de Abdij van Chevetogne (Benedictijnen) in de rijkdom van de Orthodoxie geïntroduceerd. Deze Abdij van Eenheid heeft in vele milieus ten zeerste bijgedragen tot kennismaking en begrip van de rijkdom van de orthodoxe traditie: mede door haar Byzantijnse kerk, door de rijkdom van de Byzantijnse liturgie, die te onbekend bleef voor de Latijnse christenen.

Stilaan liet ook de nood aan een Orthodoxie in Westerse taal zich voelen. Zo kwam het dat een groeiend aantal orthodoxe autochtonen in diverse steden van ons land orthodoxe parochies uit de grond stampten, waar niet in het Grieks, het Slavisch of het Roemeens gecelebreerd wordt, maar waar de lokale taal aangewend wordt als middel voor een beter begrip.

Op 12 augustus 1969 heeft de Heilige Synode van het Oecumenisch Patriarchaat het Aartsbisdom van België en Exarchaat van Nederland en Luxemburg opgericht. Metropoliet Emilianos (Zacharopoulos) van Selevkia, eertijds vicaris generaal van het Patriarchaat, werd diezelfde dag verkozen tot eerste metropoliet ervan. Zijn intronisatie had plaats op 11 november van hetzelfde jaar, in de Orthodoxe Kathedraal van de HH. Aartsengelen aan de Brusselse Stalingradlaan. Het Aartsbisdom telde toen 13 parochies.

In november 1972 werd op initiatief van de advocaat Ignace Peckstadt een eerste nederlandstalige orthodoxe parochie in het leven geroepen toegewijd aan de Heilige Apostel Andreas, patroon van de Kerk van Constantinopel. Deze werd ondergebracht in een oud pand van het voormalige Elisabethbegijnhof. De initiatiefnemer werd even later tot diaken en priester gewijd.

In de zomer van 1974 werd archimandriet Panteleimon Kontoyiannis, die toen vicaris generaal was van het Aartsbisdom van België, door de Heilige Synode van het Oecumenisch Patriarchaat verkozen tot hulpbisschop van metropoliet Emilianos van België, met de titel van het oude Bisdom van Apollonia. Zijn bisschopswijding had plaats op 18 augustus 1974 in de Orthodoxe Kathedraal van de Heilige Aartsengelen te Brussel.

Op 22 december 1982 werd hij – nadat Mgr Emilianos verkozen was tot Metropoliet van Kos (GR) – tenslotte verkozen tot metropoliet van België. Met de verkiezing van Mgr Panteleimon tot metropoliet van België is geleidelijk aan, maar zeker veel veranderd voor wat betreft de situatie van de Orthodoxe Kerk in België. Hij bleef vooral niet stilzitten voor wat betreft de erkenning van de orthodoxe eredienst. Eerdere contacten met diverse personen die Mgr Emilianos aangevat had, werden versterkt. De nieuwe metropoliet liet zich omringen door enkele juristen, nl. de Aartspriesters Marc Nicaise en Ignace Peckstadt en Dr. Antoine Van Bruaene. Het resultaat van de onvermoeibare en nuchtere inzet van Metropoliet Panteleimon was dat reeds in maart 1985 de erkenning een feit was. Er diende nog verder te worden gewerkt aan de uitvoeringsbesluiten die getekend werden in 1988 en waarbij gestipuleerd wordt dat het “de Metropoliet-Aartsbisschop van het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel is die het representatief orgaan is van het geheel van de Orthodoxe Kerk”. Mgr Panteleimon was heel gelukkig met deze beslissing. Ze ligt immers precies in de lijn van de orthodoxe ecclesiologie, waarbij één enkele bisschop (hier alleen t.o.v. de burgerlijke overheid) verantwoordelijk is voor de gelovigen van een bepaald gebied. Dit was mogelijk na goedkeuring hiervan door de vertegenwoordigers van de diverse orthodoxe jurisdicties in ons land. De erkenning bracht uiteraard veel bezigheid en bezorgdheid met zich mee.

Ondertussen zijn er verspreid over het hele territorium. Allereerst daar waar de Griekse emigranten zich vestigden, maar ook in alle belangrijke steden van het land. In de kerken en kapellen verspreid over het hele land worden diensten gecelebreerd in verschillende talen.

In november 2013 heeft Metropoliet Panteleimon van België de Heilige Synode van het Oecumenisch Patriarchaat verzocht zijn ontslag te willen aanvaarden omwille van gezondheidsredenen. Daarop heeft de Heilige Synode op 27 november 2013 Bisschop Athenagoras (Peckstadt) van Sinope eenparig verkozen tot Metropoliet van België en Exarch van Nederland en Luxemburg. Het was de eerste keer dat de Synode van het Oecumenisch Patriarchaat een niet griek heeft verkozen tot de post van diocesane metropoliet. In februari 2014 werd vervolgens Metropoliet Athenagoras verkozen tot lid van de permanente Synode van de Oecumenische Troon. Dit ook is een primeur. Voortaan is Metropoliet Athenagoras de vertegenwoordiger bij uitstek van het geheel van de Orthodoxe Kerk in België, in Nederland en in het Groot-Hertogdom Luxemburg. Hij is tevens de voorzitter van de Orthodoxe Biscchoppenconferentie van de Benelux.

De Orthodoxe Kerk in België kent een alsmaar toenemende sociale activiteit, met vooral een belangstelling en inzet voor de jongere generatie, voor bezoek aan huis, aan ziekenhuizen en hen die in nood zijn. De bedienaars van de Orthodoxe Kerk stellen zich onvermoeid en voortdurend beschikbaar voor de oplossing van alle mogelijke pastorale en sociale problemen.

Mede dank zij haar officiële erkenning is de Orthodoxe Kerk in België uitgegroeid tot een georganiseerde entiteit, naast de andere religies en levensbeschouwingen van het land. Sindsdien is ze op elke bijzondere gebeurtenis en op plechtigheden vertegenwoordigd door de Metropoliet-Aartsbisschop van het Oecumenisch Patriarchaat of zijn gedelegeerde. Ze onderhoud goede contacten met iedereen en is zich heel sterk bewust dat onze samenleving nood heeft aan een degelijke dialoog. Dit geldt zowel voor een dialoog met de overheid, met de andere religies en levensbeschouwingen, maar eveneens met andere partners.

Niemand zal betwisten dat onze pluralistische, multiculturele en multireligieuze samenleving meer en meer nood heeft aan overleg en dialoog, wil ze slagen in haar betrachtingen van tolerantie en harmonie. De verhouding tussen religies en overheid mogen zich daarom niet alleen beperken tot materiële kwesties. Er is immers veel te doen over de verhouding tussen overheid, religie en de publieke ruimte. De spanning is te voelen op straat en te lezen in de krantenkolommen. Religieuze symbolen, kledijvoorschriften, integratievereisten en allerhande culturele gewoonten roepen bij velen vragen op. Een nieuwe richtinggevende visie lijkt nodig.

Evolutie in Nederland sinds het begin van de 20e eeuw

Onmiddellijk na de Klein Aziatische Catastrofe van 1922 kwamen ook in Nederland grieken uit Constantinopel, Smyrna en andere steden zich in Nederland vestigen. Ze hadden geen eigen kerk, maar lieten de Griekse priester van Antwerpen naar Nederland komen voor een Goddelijke Liturgie of voor andere godsdienstige vieringen. Dat was aanvankelijk Archimandriet Patrikios Konstantinidis en later diens opvolger Archimandriet Emilianos Timiadis (nadien Metropoliet van Silyvria) . Stilaan groeide het besef tot de noodzaak van een eigen kerk. Daarom werd er onmiddellijke na de Tweede Wereldoorlog een Vereniging van Grieken opgericht. In 1947 vroegen de verantwoordelijken van deze Vereniging aan het Stadsbestuur van Rotterdam om een stuk grond. Er werd gratis een stuk grond ter beschikking gesteld, gelegen aan de Westzeedijk. Pas in 1954 is men begonnen met de bouw van de nieuwe kerk, nadat de eerste steen gelegd werd door Bisschop Meletios van Region en Archimandriet Emilianos Timiadis, in aanwezigheid van de Griekse eerste minister Alexandros Papagos. In 1957 zegende Bisschop Iakovos van Apameia de nieuwe kerk in. De vertegenwoordigers van de 2 Russische kerken in Nederland waren aanwezig op de kerkwijding. Archimandriet Dionysios Hadzivassiliou (later Metropoliet van Leontopolis – Patriarchaat van Alexandrië) werd de eerste priester. Hij werd enkele maanden later reeds opgevolgd door Archimandriet Theoklitos Michalas. Die werd eveneens snel opgevolgd door de jonge Priestermonnik Maximos Mastichis, die later hulpbisschop werd met de titel van Bisschop van Evmenia († 2015).

Vader Maximos reisde heel Nederland rond om er regelmatig en op diverse plaatsen de Goddelijke Diensten te vieren en om er zijn Griekse parochianen te bezoeken. Eén van de plaatsen waar hij al gauw regelmatig kwam was Utrecht, waar onder impuls van archont Charilaos Chiotakis een pand werd aangeschaft dat omgevormd werd tot kerk. Deze werd in 1987 ingezegend door Metropoliet Panteleimon van België. In 1977 werd Archimandriet Maximos Mastichis gewijd tot hulpbisschop van de Metropoliet van België en Exarch van Nederland en Luxemburg. De wijding had plaats in de kerk van de Heilige Nikolaas te Rotterdam en werd voorgegaan door Metropoliet Emilianos Zacharopoulos, bijgestaan door Metropoliet Paul van Zweden en de Bisschoppen Jeremias van Sassima en Panteleimon van Apollonia. Bisschop Maximos resideerde in Rotterdam tot 1992, toen hij naar Brussel verhuisde.

Het Aartsbisdom van België en Exarchaat van Nederland en Luxemburg (Oecumenisch Patriarchaat) telt in Nederland vandaag parochies in Rotterdam, Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven, Tilburg, Gorinchem en Nijmegen. Verder heeft het ook een monasterium van monialen toegewijd aan de Geboorte van de Moeder Gods, in Asten. Het Monasterium werd in 1989 opgericht door Moeder Maria († 2016) en telt heden 6 monialen. Moeder Maria was Nederlandse en die op 21-jarige leeftijd in het Orthodox Klooster in Den Haag intrad. Later trok ze naar Joegoslavië en Griekenland. In dat laatste land verbleef ze meer dan 10 jaar in een tweetal kloosters. Het Monasterium in Asten is waarlijk een geestelijk centrum van de Orthodoxie in Nederland.

Sinds de oprichting van de Orthodoxe Bisschoppenconferentie van de Benelux, in 2010, hebben de orthodoxe bisschoppen van de Benelux een akkoord ondertekend dat stipuleert dat voortaan “de Metropoliet van het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel of zijn plaatsvervanger de vertegenwoordiger zal zijn van het geheel van de Orthodoxe Kerk in Nederland”. In 2013 werden statuten neergelegd die de organisatie van deze vertegenwoordiging regelen. Zo werd tevens een adviesraad opgericht die de vertegenwoordiger moet bijstaan. De vertegenwoordiger is momenteel Metropoliet Athenagoras van België (Oecumenisch Patriarchaat).

Evolutie in het Groot-Hertogdom Luxemburg sinds de 20e eeuw

De eerste Grieken vestigden zich in het Groot-Hertogdom Luxemburg sinds het land enkele internationale instellingen huisvest: diverse diensten van de Europese Instellingen, als daar zijn het ‘Hof van Justitie van de Europese Unie’, de ‘Europese Investeringsbank’, het ‘Europees Rekeningshof’ e.a.

Lang voor het ontstaan van het Aartbisdom van België en Exarchaat van Nederland en Luxemburg (1969) werden de orthodoxe christenen er bediend door Archimandriet Emilianos Timiadis (later Metropoliet van Silyvria), en vervolgens door Archimandriet Panteleimon Kontogiannis (later Metropoliet van België). Deze laatste trok er heen voor de viering van een Liturgie op grote feestdagen en op bepaalde verlofdagen. Dopen en huwelijken werden ten huize van de gelovigen gevierd, zoals het ook wel in België gebeurde. Van 1959 tot 1968 werden de diensten gehouden in de kapel van het Klooster van het Heilig Hart, aan de Boulevard d’Avranches.

Na de oprichting van het Aartsbisdom ontfermde Metropoliet Emilianos Zacharopoulos zich over de Griekse gelovigen in Luxemburg, gezien het onmogelijk was er permanent een priester te installeren. Tot 1975 werden de diensten toen gevierd in de parochiekerk van het Heilig Hart aan de Rue Dicks in Luxemburg. Nadien werd een gebouw ter beschikking gesteld (Rue Pulvermuhl 3 in Luxemburg) voor de orthodoxe parochie, waar sinds 1976 Liturgie wordt gevierd. De Parochie werd geplaatst onder de bescherming van de Heilige Anargyren.

In 1980 telde men in Luxemburg zowat 100 Griekse gelovigen. Met het toetreden van Griekenland tot de Europese Unie kwam daar een verandering in. Stilaan kwamen grieken er werken aan de internationale instellingen.

Van 1981 tot 1982 heeft Archimandriet Ioannis Sakelariou (nu Metropoliet van Thermopyles), toen student in Straatsburg, dienst gedaan in deze Parochie. Hebben hem opgevolgd: Priester Ioannis Klis (1984-1985), Priester David de Bruyn (1986-1988), Archimandriet Emmanuel Adamakis (nu Metropoliet van Frankrijk) (1988-1989) en Aartspriester Ioakim Evangelinos (1990-1999).

Ondertussen was Metropoliet Panteleimon begonnen met het uitkijken naar een officiële erkenning van de parochie, wat een werkelijkheid werd in 1997. In 1999 werd Vader Ioakim Evangelos opgevolgd door Vader Eleftherios Anyfantakis, die op zijn beurt opgevolgd werd door Vader Georgios Vlatakis.

Dankzij de schenking van een stuk bouwgrond met woning erop in Weiler-la-Tour (door de katholieke priester Nicolas Schmidt), kon de Parochie – onder impuls van Metropoliet Panteleimon – starten met een concreet project van de bouw van een nieuwe kerk toegewijd aan de Heilige Nikolaas, met parochiaal centrum. Deze werd ingewijd op 18 oktober 2008 door Metropoliet Panteleimon, bijgestaan van de Bisschoppen Luka (Patriarchaat van Servië), Basilios van Aristi, Maximos van Evmenia en Athenagoras van Sinope (nu Metropoliet van België).

Vandaag de dag geniet de Orthodoxe Kerk in Luxemburg van een officiële erkenning, dankzij de ondertekening van een conventie op 26 januari 2015. Deze conventie gaat om de erkenning van 4 parochies: een Griekstalige, een Russischtalige, een Servischtalige en een Roemeenstalige. Het is de Metropoliet van België en Exarch van Nederland en Luxemburg van het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel die de Kerk vertegenwoordigt. Deze conventie vervangt de overeenkomsten tussen Kerk en Staat van 1997 en 2004.

De parochies van de Heilige Nikolaas en de Heilige Anargyren in Luxemburg worden sinds 2014 geleid door Protopresbyter van de Oecumenische Troon Panagiotis Moschonas, bijgestaan door Aartspriester Spyridon Tsekouras.